PV Ardo Ardooie web
Stefaan Deboosere
Trevi Environmental Solutions

Auteur:

Pieter-Paul Casier, COO bij Group Casier

p-p.casier@casier.be

Casier-PieterPaulZwW
“In Reduce, Reuse & Recycle is Reduce het belangrijkste woord”
“In Reduce, Reuse & Recycle is Reduce het belangrijkste woord”

Trevi Environmental Solutions is een wereldwijd actieve partner voor milieutechnologie en -advies. “Reduce, Reuse & Recycle is de aanpak waar Trevi voor staat”, klinkt het bij Stefaan Deboosere, medeoprichter en CEO van Trevi. “De grootste onmiddellijke winst is in reduce te maken: vermijd vervuiling en laat minder energie en grondstoffen verloren gaan.”

Trevi werd in 1992 opgericht door Stefaan Deboosere, Jacky Mortelmans en de broers Peter en Frank Vandeputte. Het bedrijf levert oplossingen in de domeinen water, lucht, bodem, energie en afval. “Een oplossing voor een milieuprobleem is niet zomaar in een welbepaald vakje onder te brengen”, benadrukt Stefaan Deboosere, die samen met Jacky Mortelmans de operationele leiding over de groep heeft. “Vanuit dat besef wordt binnen Trevi een probleem altijd globaal benaderd. Dat gebeurt door een team van milieudeskundigen, allen gespecialiseerd in hun domein. Hierdoor is een brongerichte aanpak mogelijk, een streven van Trevi van bij de start in 1992.”

Hoe gaat Trevi daarbij te werk?

Stefaan Deboosere: “Voor we beginnen na te denken over oplossingen, onderzoeken we of de problemen aan de bron aangepakt kunnen worden. In deze studiefase werken we preventief en niet meteen reactief. We gaan na hoe we met bestaande of nieuw te ontwikkelen technologie kunnen helpen vermijden dat er verontreiniging ontstaat en voorkomen dat er energie en grondstoffen verloren gaan. Op deze manier zijn er al meteen twee wins: je vermijdt vervuiling en je verliest geen of minder energie en grondstoffen omdat je ze juist gebruikt hebt.”

Stefaan Deboosere, Trevi Environmental Solutions
Hoe komen jullie te weten of de technologie die jullie voorstellen effectief is voor een specifiek probleem in een specifiek bedrijf?

“Van alle technologieën die we aan onze klanten voorstellen, hebben we piloten. Het zijn eigenlijk grote containers waarmee we ter plaatse testen welke vervuiling binnenkomt en welke buitengaat. De piloot laat ons ook toe om na te gaan of de oplossing die we voorstellen, werkt op de site. Is dat niet het geval, dan gaan we op zoek naar alternatieve oplossingen. Werpt onze oplossing wel vruchten af, dan kan de klant de pilootcontainer op de site houden. Soms is die immers voldoende groot en werkbaar, ook op lange termijn. In andere gevallen ontwikkelen we een installatie op maat of op grote schaal. Trevi staat in voor het ontwerp, de bouw, de opstart en de verdere opvolging. Die opvolging kan vrij ver gaan: we willen onze klanten maximaal ontzorgen.”

“Water, energie en grondstoffen die verloren gaan, dat is echt zonde.”
Stefaan Deboosere
Kan je dat illustreren met een voorbeeld?

“Heb je even? (lacht) Als je me vraagt om uit onze lange lijst referenties één recent voorbeeld te halen, dan verwijs ik graag naar onze realisaties bij het Belgische diepvriesgroentebedrijf Ardo. In 2019 werd een irrigatiebekken aangelegd op hun site in Ardooie. Dat vult zich met verregaand gezuiverd afvalwater uit de fabriek, en vormt vervolgens de bron voor landbouwers uit de buurt om hun velden mee te irrigeren tijdens drogere periodes. Op het irrigatiebekken hebben we 4860 drijvende zonnepanelen geplaatst, een uitdaging die kan tellen vermits het waterniveau met 9 meter kan zakken. Bijkomende voordelen van deze drijvende zonnepanelen zijn dat er minder algen groeien in het bassin, dat Ardo minder water verliest, wegens minder verdamping en dat de zonnepanelen koeler blijven in de zomer en zo een hoger rendement geven.”

Waar haalt Ardo de rest van zijn energie?

“Onder meer uit biomassa. In een joint venture met Ardo ontwikkelden en bouwden Trevi en zusterbedrijf Biogastec daarvoor een vergistingsinstallatie. De grondstoffen voor het vergistingsproces zijn het slib van de waterzuivering en groenteresten uit de fabriek, aangevuld met energiegewassen zoals maïs om de dalen op te vangen. De installatie levert niet alleen biogas waarmee elektriciteit en stoom geproduceerd wordt, maar ook een digestaat dat na centrifugering en verwerking van de vloeibare fractie wordt omgezet in een organische bodemverbeteraar en gedemineraliseerd water. De bodemverbeteraar wordt gebruikt door de landbouwers in Frankrijk. Ik vind dat een prachtig voorbeeld van circulair denken en ondernemen.”

Nochtans beschouwt niet iedereen biogas als een echte hernieuwbare energiebron …

“Ik ben het daar niet mee eens. Gecontroleerde biogas opwekking laat toe om een waardevolle energiebron te maken. We mogen niet vergeten dat energie schaarser en schaarser wordt. Biogascentrales hebben voor mij wel degelijk een plaats in de circulaire economie, naast windmolens en zonnepanelen. Maar natuurlijk is ook op energievlak reduce de beste optie: hoe kunnen we het energieverbruik zo veel mogelijk beperken? Het is een uitdaging voor de bedrijven, maar ook voor de consumenten.”

Waar zie je het grootste potentieel voor energiebesparing in huishoudens zonder aan comfort te moeten inboeten?

“Weinig mensen beseffen hoeveel sluimerverbruik er is. Heel veel – zeker oudere of goedkopere – toestellen verbruiken energie zonder dat we het weten, maar vooral zonder dat het nodig is. Een voorbeeld is een oude radio die sporadisch aanligt, maar wel constant in de stekker blijft. Alles begint met je elektriciteitsmeter te controleren: als je merkt dat er sluimerverbruik is, zijn de besparingen snel gemaakt.”

Op welke manieren kunnen consumenten nog bijdragen aan de transitie naar een circulair samenlevingsmodel?

“Ook dat lijstje is lang, hoor. (lacht) Enkele voorbeelden: kiezen voor energieneutrale woningen, met de fiets naar het werk komen, autodelen, auto’s op fossiele brandstoffen vervangen door elektrische auto’s gevoed door de zon, consuminderen, voedselverspilling tegengaan en geen restjes verloren laten gaan … Het helpt allemaal om onze ecologische voetafdruk te verkleinen.”

Hoe past Trevi zelf de basisprincipes van de circulaire economie toe?

“Als milieubedrijf wil Trevi het goede voorbeeld geven door het milieu zo weinig mogelijk te belasten, zowel in het advies naar onze klanten als binnen onze eigen organisatie. Sinds 2005 volgt Trevi het ISO 9001-kwaliteitsmanagementsysteem voor een continue verbetering van onze diensten op het vlak van milieuadvies en milieutechnologie. Trevi voldoet sinds 2005 ook aan het ISO 14001-milieumanagementsysteem om de milieubelasting ten gevolge van onze activiteiten tot een absoluut minimum te beperken. Dat we daarin ver gaan, merk je bijvoorbeeld aan de gebouwen van onze hoofdzetel. Toen onze vorige locatie in de Sint-Denijslaan in Gent te krap werd, viel ons oog op de voormalige Arbed-site in de Dulle-Grietlaan in Gentbrugge. Daar stond een oude fabriekshal die de stad Gent wilde afbreken. We zagen onmiddellijk potentieel in een herbestemming van het gebouw, met toepassing van alle nuttige technologie om circulair te zijn: nachtventilatie (al 20 jaar!), vloerkoeling, zonnepanelen … Ook de keuze om het oude gebouw niet af te breken maar om het te hergebruiken, ligt in lijn met de visie van Trevi op circulair ondernemen.”

Trevi profileert zich ook als inclusieve onderneming, hoe sluit dit aan op jullie duurzaamheidsvisie?

“Trevi engageert zich als inschakelingsbedrijf in de sociale inschakelingseconomie (SINE) om moeilijk te plaatsen werklozen een werkervaring aan te bieden. Als werkgever willen we zo het inclusieve arbeidsmarktverhaal helpen waarmaken. Meer algemeen proberen we met al onze medewerkers duurzaam om te gaan. We hechten veel belang aan de sfeer op het werk en aan de waarden die onze medewerkers mee verkondigen en mee naar huis nemen.”