Fotograaf:
Jonas Lampens
Auteur:
Pieter-Paul Casier, COO bij Group Casier, p-p.casier@casier.be
Gebruikte textielvezels verwerken tot nieuwe vezels die de kwaliteit van de virgin vezels evenaren of zelfs overtreffen, dat is de bestaansreden van PurFi Global. Deze joint venture is voor 50 procent in handen van het Belgische Concordia Textiles. “De circulaire golf stopt niet en zal ook nooit meer stoppen”, stelt Carl Baekelandt, CEO van Concordia Textiles.
Concordia Textiles is een toonaangevende speler op de internationale markt van hoogwaardige textielweefsels. Het familiebedrijf startte in 1925 met een weverij in het West-Vlaamse Waregem. Later volgden een ververij, coatinglijn en drukkerij. Tot 1998 bestond 70 procent van de omzet uit creaties voor de binnenkant van jassen, de overige 30 procent kwam uit stoffen voor skipakken en vesten. Twee businessmodellen die door de lagere loonkosten in het Verre Oosten zwaar onder druk kwamen te staan. In 1998 droeg de familie Tuytens aan Carl Baekelandt op om het textielbedrijf te heruitvinden. Een opdracht waarin de nieuwe CEO wonderwel slaagde. Van de drie gelijkaardige bedrijven in Waregem, is Concordia Textiles het enige overlevende.
Carl Baekelandt: “Vanaf 2002 begon Concordia Textiles zich te specialiseren in technisch textiel. Denk bijvoorbeeld aan kledij voor lassers, hoogspanningswerkers, militairen, mensen die in een operatiekwartier werken … Enkele jaren later richtten we drie dedicated business units op: BU Workwear & Military (brandwerend, waterdicht, ademend, camouflerend, medisch), BU Outdoor & Fashion (met focus op affordable luxury brands) en BU Specific Solutions (automotive verpakking, automotive breakpads, building textiles, plafondtegels enz.). In 2008 startte Concordia Textiles een productie-eenheid in Suzhou (China) op.”
“Inderdaad. Ook Concordia Textiles deelde in de klappen. We hadden twee mogelijkheden: ofwel massaal krimpen, ofwel het acquisitiepad opgaan. We kozen voor dat laatste, met o.a. de overname van het Belgische UCO-LDC (2008), van een deel van het Belgische Seyntex (2009), van het Spaanse Estambril (2013), van het Duitse Fuchshüber Techno Tex (2017) en van het Belgische Socomaille (2020).”
“Mijn vele zakenreizen gaven me het unieke voordeel om bepaalde opportuniteiten en noodzakelijkheden te zien aankomen. Lange tijd waren circulaire producten ‘nice to have’. Wie ze aanbood, kreeg als reactie ‘leuk, maar ze zullen wel duurder zijn zeker?’ en men praatte verder. Op de laatste Textielbeurs in Frankfurt (door corona intussen twee jaar geleden) zag ik een duidelijke shift van ‘nice to have’ naar ‘must have’. Concordia Textiles was intussen op zoek gegaan naar een technologie om uit afgedankt textiel vezels te halen die opnieuw verspinbaar zijn. We vonden een betrouwbare partner in het Amerikaanse PurFi Global. Zij hadden twintig jaar eerder al een technologie ontwikkeld voor non woven (luiers en bij uitbreiding alles wat intieme hygiëne is).”
“Beide. Het voordeel van post-industrial waste is dat het zuiver is. Het moet niet gewassen of ontmanteld worden, het komt immers direct van de productie. Bovendien is het product perfect traceerbaar. Bij post-consumer waste ligt dat anders: je moet het reinigen (een T-shirt dat gedragen is bij het tuinieren kan bijvoorbeeld sporen van pesticiden bevatten) en ontmantelen. Een bijkomende uitdaging is de traceerbaarheid. Vergeet ook de pre-consumer waste niet. Hier gaat het om alles wat gemaakt wordt, maar nooit een eindgebruiker ziet. Dat kan gaat tot 10 à 30 procent, wat hallucinante cijfers zijn. Denk bijvoorbeeld aan de uitgestelde Olympische spelen: het textiel is gemaakt, maar kan niet verder verkocht worden. Je kunt het verbranden of in de grond stoppen, maar gelukkig kun je het ook in de loop houden. Pre-consumer waste is gemakkelijk traceerbaar, maar moet natuurlijk wel ontmanteld worden. Tot slot verwerken we ook workwear waste. Deze goederen hebben vaak in een traject gezeten van industriële wassing. Er is dus vaak sprake van enige beschadiging van het product, een groot verschil met gewoon consumentengebruik en een extra uitdaging om het circulaire verhaal rond te krijgen.”
“PurFi Global beschikt over vier gepatenteerde technologieën om dit te doen en te beheersen. Post-industrial waste wordt opgehaald in zakken met een barcode, die vervolgens in collection centers terechtkomen. De zakken worden gecontroleerd op juistheid en op de eventuele aanwezigheid van papier of plastic, dat moet gescheiden worden. Ook de aanwezigheid van elastan wordt gecontroleerd. Het is net de technologie voor de scheiding van elastan die PurFi Global patenteerde, een niet te onderschatten troef aangezien meer en meer textiel elastan bevat. Vervolgens passen we een techniek toe waarbij we als het ware omgekeerd spinnen: we onttorsen de textielvezels zodanig dat tot het merendeel dezelfde lengte behoudt.”
“Hoe langer de vezel (fijnheid van het garen), hoe groter de toepassingsmogelijkheden. We onderscheiden ons ook door de sterkte van onze vezels. Ik noem het bewust geen gerecycleerde vezels. Ons doel is om de vezel naar hetzelfde niveau te brengen als de virgin vezel of zelfs hoger. Daarom spreken we bij PurFi niet van recyclage, maar van rejuvenation of verjonging.”
“In onze fabriek in Waregem investeren we zowat 8 miljoen euro in een pilootlijn met een productiecapaciteit van 3000 ton per jaar. De eerste focus is katoen, omdat het de moeilijkste vezel is (ze breekt het gemakkelijkste), met de bedoeling vervolgens ook alle andere vezels aan te pakken (meta-aramide, para-aramide, acryl etc.). Concordia Textiles wil met deze installatie alle gesponnen vezels kunnen recycleren.”
“Ons objectief is duidelijk: expansie. Concordia Textiles wil op wereldniveau verschillende lijnen uitrollen. Ook ecologisch gezien is dit logisch: we willen zo dicht mogelijk bij de afvalstromen komen te staan om onze voetafdruk te beperken. Als er afval afkomstig is uit India, is het logisch daar een lijn op te zetten. De volledige uitrol is nu al ingepland tot 2026 in verschillende landen. In Waregem volstond het om bestaande oudere (grotere, maar minder efficiënte) machines te vervangen door nieuwe, in het buitenland spreken we telkens van nieuwbouwmaatwerk.”
“Vanaf dan is een VN-aanbeveling van kracht die bepaalt dat textielproducten minstens 25 % gerecycleerde inhoud moeten bevatten. Daarnaast zal Europa de retailers verplichten om end of life textiel terug te nemen. Nu de retailers meer en meer met deze challenge geconfronteerd worden, wil Concordia Textiles op tijd klaarstaan om hieraan tegemoet te komen. In Europa wil Concordia Textiles zich vooral concentreren op high end en op pre- en post-consumer waste. Buiten Europa zullen we onze lijnen vooral aanwenden voor post-industrial waste omdat de aanvoerstromen daar zitten.”
“Zoals ik al aanhaalde zijn voor deze stromen de traceerbaarheid, de decontaminatie en ontmanteling de grootste uitdagingen, maar vooral ook de automatisatie van deze processen. Hiervoor zet PurFi sterk in op de snelle detectie van de grondstoffen en de samenstelling voor identificatie en triage. Het wasproces is al sterk uitgewerkt (decontaminatie). Voor de ontmanteling hebben we een mooi partnership met Resortecs. Dat ontwikkelde een garen dat oplost onder bepaalde omstandigheden, waardoor de kledij uit elkaar valt. Confectie die gebeurt met dit garen kan op die manier veel gemakkelijker ontmanteld worden.”
“Momenteel zitten we in de buurt van de virgin materialen. Vroeger, met oude technologie, was er sprake van een meerprijs van ongeveer 30 procent, nu gaan we richting maximaal 10 tot 15 procent.”
“We willen voorop blijven, zeker gezien de snelheid waarmee de circulaire economie zich aan het ontwikkelen is. Die evolutie is explosief, niet meer traag. Wees gerust: we blijven actief monitoren hoe alles evolueert en nadenken over disruptieve innovaties.”
